Flammkuchen met Opperdoezer Ronde

1. Doe de gist in een kopje met 1 dl lauwwarm water en 1 tl suiker en laat 5-10 minuten schuimig worden. Doe de bloem in een grote kom met het zout, maak een kuiltje in het midden en giet er het gistpapje in (spatel goed uit, laat niets verloren gaan) en de olijfolie bij. Voeg nu 200 ml handwarm water toe en roer met de achterkant van een houten lepel tot alle vocht is opgenomen. Kneed 5 à 10 minuten tot een soepel deeg en laat dan afgedekt op een warme plaats een half uurtje rijzen, of tot het volume verdubbeld is.
2. Snijd de gekookte Opperdoezer Ronde in heel dunne plakjes, hak de kruiden fijn en zet met de rest van de ingrediënten klaar om vlot elke Flammkuchen af te kunnen maken. Verwarm de oven voor op 230˚C hetelucht.
3. Neem ¼ deel van het deeg en rol dun uit op een met bloem bestoven werkvlak met een eveneens bebloemde deegroller. Leg op een bakplaat en spreid er mooi dun op uit. Duw er hier en daar kuiltjes in om te voorkomen dat het deeg op gaat bollen als een kussen.
4. Bestrijk het deeg met ¼ van de room. Verdeel daarover ¼ van de aardappelplakjes en uienringen, maal er peper boven en verdeel er dan ¼ van het spek over. Bak de Flammkuchen in 8-10 minuten goudbruin en gaar. Bestrooi desgewenst met de kruiden en serveer. Beleg terwijl de eerste Kuchen in de oven staat het volgende deel deeg op de tweede bakplaat en zo verder tot het deeg op is. Lekker met wat truffelolie of extra vierge olijfolie erover gesprenkeld.

Eet smakelijk!

Lekker gekookt? Deel het eindresultaat met ons via #kokenmetopperdoezerronde.